Kruiden: Myrrhis Odorata (Roomse kervel)

Algemeen

Een goed winterharde vaste plant, kan 1 tot 1-1/2 meter hoog worden. N.B.: Kervel is een eenjarige plant die enige gelijkenis vertoont met roomse kervel. Kervel is echter veel ieler en kwetsbaarder. Door Rasbak - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=20676770 - Door Rasbak - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=20676969 - Door H. Zell - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=10710340

Opkweken

Roomse kervel kiemt erg langzaam en is lastig te verplanten, zaai roomse kervel daarom bij voorkeur in de herfst op de plek van bestemming. Houd er wel rekening mee dat de plant na een paar jaar erg groot wordt, de fijn vertakte en op varens lijkende bladeren zijn dan wel 1/2 meter groot. Een volwassen plant zal elk jaar opnieuw bloeien en zaad vormen. Ze groeien het beste in middelmatig vruchtbare grond met een goede afwatering, en gedeeltelijk in de schaduw. De planten zaaien zichzelf uit. Vermeerderen kan ook door wortelstek in april - mei.

Oogsten

De bladeren kunnen zodra ze volledig ontwikkeld zijn, afgeplukt worden. De bloemen moeten steeds voor ze opengaan worden afgeplukt, als de bladeren als keukenkruid dienst moeten doen. Roomse kervel is erg moeilijk te drogen, omdat hij snel verlept en zulke grote bladeren heeft. De zaden kunnen wel gedroogd worden. U moet ze als ze rijp zijn, afplukken en op een rek te drogen leggen. Naderhand moeten ze gemalen worden, omdat ze te hard zijn om in hun geheel te gebruiken. Par Didier Descouens — Travail personnel, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=21704039

Gebruik

Alle delen van de plant hebben een anijssmaak, de zaden smaken het sterkst. Het blad wordt alleen vers gebruikt, door drogen verliest het vrijwel alle smaak. Evenals gewone kervel verbetert roomse kervel alle bouquets of kruidenmengsels. Hij hoort in slasausen, soepen en vooral bij wortelgroenten en kool. Gebruiken in: • blad drogen en fijn snijden, veel gebruiken, pas laat toevoegen, in soep - sauzen - (vruchten)salades - groenten (koolraap, wortelen), • onrijp zaad wassen, drogen en evt. fijn snijden in vruchtensalade, • rijp zaad vermalen in gebak, cake appeltaart, • in hors d’oeuvres, • in alle salades en slasausen; alle rauwe groenten, • in fruitsalades, • bij eieren en kaas: omeletten en pannenkoeken, • in stoofschotels en in kruidenboter, • bij vlees en vis, • met wortelgroenten, • in zoetigheden en dranken; verse vruchten en vruchtensappen; alcoholische en frisdranken; likeuren, bijvoorbeeld chartreuse.