Sierplanten: Lathyrus

We kennen een aantal soorten, o.m.: L. latifolius , een vaste plant die heel hoog wordt, maar die niet geurt. L. vernus , een soort die bloeit in april/mei, maar daarna niet mooi meer is. L. odoratus , de meest gekweekte soort die heerlijk geurt. L. grandiflorus breid zich met zijn wortelstokken onstuitbaar uit. L. latifolius L vernus L. odoratus L, grandiflorus By Teun Spaans - Self made picture, CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2463014 - CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=52930 - By vinceconnare - flickr.com, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=191853 - By Leif Stridvall - http://www.stridvall.se/, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1590931 L. odoratus is niet winterhard en wordt als eenjarige gekweekt. Deze soort wordt veelal voorgezaaid in potten in februari, in maart verspeend en in april buiten uitgeplant. Zodra hij begint te bloeien kunnen de bloemen worden geoogst. Door de bloemen op water met chrysal te zetten op een lichte plaats kun je er 8-9 dagen van genieten!

Voorzaaien

1. Bereid de zaden in medio februari voor door ze enige dagen te weken in lauw water tot ze zwellen. Vijl de zaden die niet willen zwellen aan zodat het water het zaadje kan binnen dringen en week ze opnieuw. 2. Leg de gezwollen zaden op de zaai en stekgrond in een bakje en strooi er een beetje zaaigrond overheen. 3. Besproei de potgrond of nog liever benevel deze tot die vochtig is maar niet drijfnat. 4. Dek het zaaibakje af met doorzichtige folie en zet het op een warme plaats. 5. Na ca. 10 dagen zullen de zaden kiemen, zodra dit gebeurt de folie open maken en verwijderen. 6. Zodra de plantjes 3 bladparen hebben moeten ze worden verspeend.

Verspenen

1. Vul wat diepere potten met verse potgrond, geen zaai en stekgrond. 2. Plaats ieder plantje in een afzonderlijke pot en maak de grond goed vochtig, NIET TOPPEN. 3. Plaats de potten op een lichte plek. 4. Geef regelmatig water naar behoefte. 5. Aan het onderste kale stuk van de stengel komen zijscheuten (aan deze zijscheuten komen later de bloemen) Als deze zijscheuten zijn ontwikkeld kan de kiemstengel worden weggenomen. Per plant worden 2-3 scheuten aangehouden de rest wordt weggenomen. 6. Vanaf medio april kunnen planten worden uitgeplant.

Uitplanten

1. Plant de opgekweekte planten op een zonnige plaats in een vorstvrije en bewolkte periode, bij voorkeur in en beetje potgrond. (Check even de lange termijn weersverwachting om zeker te weten dat het de komende weken niet hard gaat vriezen.) 2. De planten worden met 10 cm tussenruimte gepoot en voorzie de rij planten van steunmateriaal. (Zodra de planten goed aan de groei zijn kunnen ze veel wind vangen, dus zorg voor stevig steunmateriaal 3. Als alternatief kunnen de planten ook in 30 cm diepe potten worden uitgeplant. Kies een lichte kleur plastic potten (zwarte nemen te veel warmte op!) en zorg dat de potten inde schaduw staan en de plantjes in de zon.

Verder opkweken en oogsten

1. Houdt per plant 2-3 scheuten aan en bindt ze 2 -3 x per week aan. 2. Iedere derde watergift bemesten met volledig in water oplosbare mest 20-20-20, 1 gram per liter. 3. De zijscheuten worden voortduren gediefd (zijscheuten op de scheuten wegnemen) tot een bloemknop verschijnt. 4. Een blad boven de bloemknop aanhouden als saptrekker (anders krijgt de zich ontwikkelende bloemknop te weinig sap) 5. Indien gewenst kunnen de hechtdraden verwijderd worden. 6. De bloemen met steel oogsten zodra de laatste knop op kleur is, niet eerder. 7. Plaats de bloemen in een doorzichtige vaas met water met chrysal in de juiste dosering en zet de vaas op een lichte plaats. 8. Blijf plukken tot eind augustus en laat de plant geen zaad zetten, want dan stopt de bloei. 9. Laat na de laatste oogst de zich ontwikkelende zaden rijpen en oogst deze voor volgend jaar. De zaden zijn veelal soortecht, d.w.z. ze geven volgend jaar weer de zelfde soort bloemen. 10. Laat de zaden drogen en bewaar ze op een donkere en droge plaats.

© Pari-daeza

PARI-DAEZA De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof
Pari-daeza
De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof

© Pari-daeza

Sierplanten: Lathyrus

We kennen een aantal soorten, o.m.: L. latifolius , een vaste plant die heel hoog wordt, maar die niet geurt. L. vernus , een soort die bloeit in april/mei, maar daarna niet mooi meer is. L. odoratus , de meest gekweekte soort die heerlijk geurt. L . g r a n d i f l o r u s breid zich met zijn w o r t e l s t o k k e n o n s t u i t b a a r uit. L. latifolius L vernus L. odoratus L, grandiflorus By Teun Spaans - Self made picture, CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2463014 - CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=52930 - By vinceconnare - flickr.com, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=191853 - By Leif Stridvall - http://www.stridvall.se/, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1590931 L. odoratus is niet winterhard en wordt als eenjarige gekweekt. Deze soort wordt veelal voorgezaaid in potten in februari, in maart verspeend en in april buiten uitgeplant. Zodra hij begint te bloeien kunnen de bloemen worden geoogst. Door de bloemen op water met chrysal te zetten op een lichte plaats kun je er 8-9 dagen van genieten!

Voorzaaien

1. Bereid de zaden in medio februari voor door ze enige dagen te weken in lauw water tot ze zwellen. Vijl de zaden die niet willen zwellen aan zodat het water het zaadje kan binnen dringen en week ze opnieuw. 2. Leg de gezwollen zaden op de zaai en stekgrond in een bakje en strooi er een beetje zaaigrond overheen. 3. Besproei de potgrond of nog liever benevel deze tot die vochtig is maar niet drijfnat. 4. Dek het zaaibakje af met doorzichtige folie en zet het op een warme plaats. 5. Na ca. 10 dagen zullen de zaden kiemen, zodra dit gebeurt de folie open maken en verwijderen. 6. Zodra de plantjes 3 bladparen hebben moeten ze worden verspeend.

Verspenen

1. Vul wat diepere potten met verse potgrond, geen zaai en stekgrond. 2. Plaats ieder plantje in een afzonderlijke pot en maak de grond goed vochtig, NIET TOPPEN. 3. Plaats de potten op een lichte plek. 4. Geef regelmatig water naar behoefte. 5. Aan het onderste kale stuk van de stengel komen zijscheuten (aan deze zijscheuten komen later de bloemen) Als deze zijscheuten zijn ontwikkeld kan de kiemstengel worden weggenomen. Per plant worden 2-3 scheuten aangehouden de rest wordt weggenomen. 6. Vanaf medio april kunnen planten worden uitgeplant.

Uitplanten

1. Plant de opgekweekte planten op een zonnige plaats in een vorstvrije en bewolkte periode, bij voorkeur in en beetje potgrond. (Check even de lange termijn weersverwachting om zeker te weten dat het de komende weken niet hard gaat vriezen.) 2. De planten worden met 10 cm tussenruimte gepoot en voorzie de rij planten van steunmateriaal. (Zodra de planten goed aan de groei zijn kunnen ze veel wind vangen, dus zorg voor stevig steunmateriaal 3. Als alternatief kunnen de planten ook in 30 cm diepe potten worden uitgeplant. Kies een lichte kleur plastic potten (zwarte nemen te veel warmte op!) en zorg dat de potten inde schaduw staan en de plantjes in de zon.

Verder opkweken en oogsten

1. Houdt per plant 2-3 scheuten aan en bindt ze 2 -3 x per week aan. 2. Iedere derde watergift bemesten met volledig in water oplosbare mest 20-20-20, 1 gram per liter. 3. De zijscheuten worden voortduren gediefd (zijscheuten op de scheuten wegnemen) tot een bloemknop verschijnt. 4. Een blad boven de bloemknop aanhouden als saptrekker (anders krijgt de zich ontwikkelende bloemknop te weinig sap) 5. Indien gewenst kunnen de hechtdraden verwijderd worden. 6. De bloemen met steel oogsten zodra de laatste knop op kleur is, niet eerder. 7. Plaats de bloemen in een doorzichtige vaas met water met chrysal in de juiste dosering en zet de vaas op een lichte plaats. 8. Blijf plukken tot eind augustus en laat de plant geen zaad zetten, want dan stopt de bloei. 9. Laat na de laatste oogst de zich ontwikkelende zaden rijpen en oogst deze voor volgend jaar. De zaden zijn veelal soortecht, d.w.z. ze geven volgend jaar weer de zelfde soort bloemen. 10. Laat de zaden drogen en bewaar ze op een donkere en droge plaats.
Planten en tuinwerk Planten en tuinwerk