Sierplanten: Dahlia

De dahlia komt uit Midden Amerika. Van oorsprong een voedingsgewas (wordt nog steeds als veevoer verbouwd) is de dahlia nu een siergewas bij uitstek. Inmiddels zijn er meer dan 20.00 cultivars met de meest uiteenlopende vormen van bloemen en kleuren, zowel van bloem als blad. De hoogte loopt uiteen van 23 tot meer dan 120 cm.

DAHLIA’S ONDERHOUD GEDURENDE HET SEIZOEN

Planten

Bij gunstig warm en relatief, droog voorjaarsweer kan de knol al half april geplant worden op zandgrond. Op nattere en koudere grondsoorten 2 a 3 weken later. Bij koud en nat voorjaarsweer vanaf begin mei. Plant de knol net iets onder het grondoppervlak. Een enigszins verhoogd plantbed/border is gunstig voor de drainage, dahliaknollen houden niet van natte voeten. Dahlia’s dienen op een zonnige plek te staan.

Mesten

Bij kunstmest: 12-10-18 (NPK), 150 gram per m2. Ook is een extra kaligift nodig van 150 gram per m2. De 12-10-18 is na 6 weken uit de grond gespoeld en moet nog 2 keer herhaald worden (telkens om de 6 weken) tot uiterlijk begin augustus. Bij organische mest: koemestkorrels, Culterra, verrotte stalmest o.i.d., bij korrels ook 150 gram per m2, bij stalmest een laagje van een paar cm opbrengen en doorspitten. Dit laatste moet dus vòòr het planten van de knollen gebeuren, de andere mestsoorten kunnen zowel voor als na het planten toegediend worden. Tevens nog een kalkgift geven (hoeveelheid zie boven). Na 8 weken de mestgift herhalen, dit is voldoende voor het seizoen. Na het mesten en planten alles goed water geven.

Algemeen onderhoud

In het begin van het groeiseizoen is het vooral belangrijk dat het concurrerende onkruid verwijderd wordt. Doe dit met de hand of een handvorkje o.i.d. Pas op met de schoffel, dan worden de knollen snel beschadigd. Bij droogte goed water geven. Op de fijnere (zand) gronden wil de grond nogal eens dichtslaan door regenval. Er vormt zich dan een algachtig laagje op de oppervlakte. Haal dit om de paar weken open met een schrepel of (voorzichtig) met de schoffel, zodat er een goede zuurstofuitwisseling is tussen de lucht en de grond. Ondersteun de Dahliaplanten met palen en gaas, bamboestokken, rijshout of ander materiaal. Doe dit op tijd, niet als de planten al (te) groot zijn. Dief de Dahlia’s naar believen, voor groter bloemen op de vaas. Haal de 2 bovenste paren bloemknoppen uit de bladoksels weg. Scheur ze er a.h.w. naar één kant uit. Verwijder oude bloemen als ze over hun top zijn.

Rooien en opslaan

Na de eerste nachtvorsten kunnen de knollen uit de grond gehaald worden. Er mag ook gewacht worden tot de echte dagvorst er is. Label de planten op tijd en knip ze af tot ongeveer 10 cm boven de grond. Laat de knollen enkele dagen goed drogen. Er mag aarde aan blijven zitten. Splits de knollen in het najaar (is lastiger) of in het voorjaar (gaat makkelijker). Sla ze op in de zgn. puinzakken op een vorstvrije, vocht- en tochtvrije plek. In kratten met zand of turf kan ook. Knollen in pot kunnen met pot en al bewaard worden. Deze in maart beginnen met voorzichtig water te geven. By chisloup, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=56801956Door TeunSpaans uit nl, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1764960 - Door Vulkan Uwe H. Friese, Bremerhaven - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4495968 -

© Pari-daeza

PARI-DAEZA De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof
Pari-daeza
De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof

© Pari-daeza

Sierplanten: Dahlia

De dahlia komt uit Midden Amerika. Van oorsprong een voedingsgewas (wordt nog steeds als veevoer verbouwd) is de dahlia nu een siergewas bij uitstek. Inmiddels zijn er meer dan 20.00 cultivars met de meest uiteenlopende vormen van bloemen en kleuren, zowel van bloem als blad. De hoogte loopt uiteen van 23 tot meer dan 120 cm.

DAHLIA’S ONDERHOUD GEDURENDE

HET SEIZOEN

Planten

Bij gunstig warm en relatief, droog voorjaarsweer kan de knol al half april geplant worden op zandgrond. Op nattere en koudere grondsoorten 2 a 3 weken later. Bij koud en nat voorjaarsweer vanaf begin mei. Plant de knol net iets onder het grondoppervlak. Een enigszins verhoogd plantbed/border is gunstig voor de drainage, dahliaknollen houden niet van natte voeten. Dahlia’s dienen op een zonnige plek te staan.

Mesten

Bij kunstmest: 12-10-18 (NPK), 150 gram per m2. Ook is een extra kaligift nodig van 150 gram per m2. De 12-10-18 is na 6 weken uit de grond gespoeld en moet nog 2 keer herhaald worden (telkens om de 6 weken) tot uiterlijk begin augustus. Bij organische mest: koemestkorrels, Culterra, verrotte stalmest o.i.d., bij korrels ook 150 gram per m2, bij stalmest een laagje van een paar cm opbrengen en doorspitten. Dit laatste moet dus vòòr het planten van de knollen gebeuren, de andere mestsoorten kunnen zowel voor als na het planten toegediend worden. Tevens nog een kalkgift geven (hoeveelheid zie boven). Na 8 weken de mestgift herhalen, dit is voldoende voor het seizoen. Na het mesten en planten alles goed water geven.

Algemeen onderhoud

In het begin van het groeiseizoen is het vooral belangrijk dat het concurrerende onkruid verwijderd wordt. Doe dit met de hand of een handvorkje o.i.d. Pas op met de schoffel, dan worden de knollen snel beschadigd. Bij droogte goed water geven. Op de fijnere (zand) gronden wil de grond nogal eens dichtslaan door regenval. Er vormt zich dan een algachtig laagje op de oppervlakte. Haal dit om de paar weken open met een schrepel of (voorzichtig) met de schoffel, zodat er een goede zuurstofuitwisseling is tussen de lucht en de grond. Ondersteun de Dahliaplanten met palen en gaas, bamboestokken, rijshout of ander materiaal. Doe dit op tijd, niet als de planten al (te) groot zijn. Dief de Dahlia’s naar believen, voor groter bloemen op de vaas. Haal de 2 bovenste paren bloemknoppen uit de bladoksels weg. Scheur ze er a.h.w. naar één kant uit. Verwijder oude bloemen als ze over hun top zijn.

Rooien en opslaan

Na de eerste nachtvorsten kunnen de knollen uit de grond gehaald worden. Er mag ook gewacht worden tot de echte dagvorst er is. Label de planten op tijd en knip ze af tot ongeveer 10 cm boven de grond. Laat de knollen enkele dagen goed drogen. Er mag aarde aan blijven zitten. Splits de knollen in het najaar (is lastiger) of in het voorjaar (gaat makkelijker). Sla ze op in de zgn. puinzakken op een vorstvrije, vocht- en tochtvrije plek. In kratten met zand of turf kan ook. Knollen in pot kunnen met pot en al bewaard worden. Deze in maart beginnen met voorzichtig water te geven. By chisloup, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=56801956Doo r TeunSpaans uit nl, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1764960 - Door Vulkan Uwe H. Friese, Bremerhaven - Eigen werk, CC BY- SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4495968 -
Planten en tuinwerk Planten en tuinwerk