© Pari-daeza

Kuipplanten: Snoeien

Het snoeien van kuipplanten wordt op verschillenden tijdstippen uitgevoerd. Voor de planten naar binnen gaan worden er veel gesnoeid. De planten staan in de winterberging vaak dicht opeen en er moet 's winters ook nog water worden gegeven. Ook na het naar buiten brengen worden kuipplanten soms gesnoeid. M. n. worden dan slappe uitlopers weggenomen en afgestorven delen van de plant. Ook in zomer worden planten gesnoeid, zoals bijv. vormboompjes wanneer zij hun vorm hebben verloren, denk aan strak gesnoeide laurier-bomen. Kijk eerst eens naar de algemene theorie over snoeien. Een goed begrip van de groeiregels en het correct kunnen uitvoeren van een vlakke snede en een kroonsnede zijn noodzakelijk. Snoeien van kuipplanten wordt om een aantal redenen gedaan: het vormen van jonge planten het beperken van de grootte het behouden van vormen

Uitgewerkte voorbeelden met afbeeldingen:

banaan boomtomaat engelentrompet oleander laurier loodplant passiebloem verkleurbloem Senna Solanum rantonnetii

Het vormen van jonge bomen

Kuipplanten hebben één van twee basisvormen: 'kroon op stam' of meerstammige struik. De laatste al dan niet op zich zelf staand of geleid langs een hekwerk. Bij het opkweken 'op stam' wordt de plant opgekweekt met één harttak. Concurrerende harttakken worden weggenomen. Zodra de plant wat groter wordt, worden de onderste zijtakken iets teruggenomen, maar niet geheel weggenomen. Pas wanneer de stam voldoende in dikte is gegroeid worden de onderste zijtakken geheel weggenomen. De zijtakken die de kroon vormen worden telkens teruggenomen (één of twee keer per jaar) zodat ze zich goed vertakken. Zorg daarbij wel dat de kroon voldoende open blijft en dat kruisende takken worden weggenomen. Bij het opkweken als struik worden 3 of 5 'stammen' de zgn. gesteltakken aangehouden. Zo nodig wordt een centrale harttak sterk (>2/3) teruggenomen zodat een aantal sterk groeiende scheuten op het onderste deel ontstaan. Deze worden in volgende jaren als gesteltakken opgekweekt.

Het beperken van de grootte

Bij het beperken van de grootte van de kuipplant is het toepassen van de algemene snoei theorie, het beredeneerd snoeien , van doorslaggevend belang. Door zonder inzicht takken terug te nemen wordt vaak het tegenovergestelde bereikt van wat men nastreeft. Ook kan men beter wat vaker kleine ingrepen doen dan éénmalig een grote ingreep: zomersnoei remt de groei af terwijl sterke 'voorjaarssnoei' juist hergroei aanwakkert. In algemene zin kan de volgorde van handelingen worden aangehouden als bij het snoeien van een verwaarloosde boom . De daar genoemde wortelsnoei wordt uitgevoerd tijdens het verpotten.

Het behouden van de vorm

Het snoeien met dit oogmerk wordt uitgevoerd zodra de vorm verloren dreigt te gaan. Ook hierbij geldt: liever wat vaker uitstekende scheuten terugnemen dan éénmalig veel te lang geworden twijgen. In principe wordt gesnoeid op een buitenoog, tenzij de nieuwe scheut juist een ruimte boven de te snoeien scheut of twijg moet gaan vullen. Vorige onderwerp Kuipplanten Volgende onderwerp
PARI-DAEZA De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof
Pari-daeza
De Verborgen Tuinen van Dick en Jeannette Vonhof

© Pari-daeza

Kuipplanten: Snoeien

Het snoeien van kuipplanten wordt op verschillenden tijdstippen uitgevoerd. Voor de planten naar binnen gaan worden er veel gesnoeid. De planten staan in de winterberging vaak dicht opeen en er moet 's winters ook nog water worden gegeven. Ook na het naar buiten brengen worden kuipplanten soms gesnoeid. M. n. worden dan slappe uitlopers weggenomen en afgestorven delen van de plant. Ook in zomer worden planten gesnoeid, zoals bijv. vormboompjes wanneer zij hun vorm hebben verloren, denk aan strak gesnoeide laurier-bomen. Kijk eerst eens naar de algemene theorie over snoeien. Een goed begrip van de groeiregels en het correct kunnen uitvoeren van een vlakke snede en een kroonsnede zijn noodzakelijk. Snoeien van kuipplanten wordt om een aantal redenen gedaan: het vormen van jonge planten het beperken van de grootte het behouden van vormen

Uitgewerkte voorbeelden met

afbeeldingen:

banaan boomtomaat engelentrompet oleander laurier loodplant passiebloem verkleurbloem Senna Solanum rantonnetii

Het vormen van jonge bomen

Kuipplanten hebben één van twee basisvormen: 'kroon op stam' of meerstammige struik. De laatste al dan niet op zich zelf staand of geleid langs een hekwerk. Bij het opkweken 'op stam' wordt de plant opgekweekt met één harttak. Concurrerende harttakken worden weggenomen. Zodra de plant wat groter wordt, worden de onderste zijtakken iets teruggenomen, maar niet geheel weggenomen. Pas wanneer de stam voldoende in dikte is gegroeid worden de onderste zijtakken geheel weggenomen. De zijtakken die de kroon vormen worden telkens teruggenomen (één of twee keer per jaar) zodat ze zich goed vertakken. Zorg daarbij wel dat de kroon voldoende open blijft en dat kruisende takken worden weggenomen. Bij het opkweken als struik worden 3 of 5 'stammen' de zgn. gesteltakken aangehouden. Zo nodig wordt een centrale harttak sterk (>2/3) teruggenomen zodat een aantal sterk groeiende scheuten op het onderste deel ontstaan. Deze worden in volgende jaren als gesteltakken opgekweekt.

Het beperken van de grootte

Bij het beperken van de grootte van de kuipplant is het toepassen van de algemene snoei theorie, het beredeneerd snoeien , van doorslaggevend belang. Door zonder inzicht takken terug te nemen wordt vaak het tegenovergestelde bereikt van wat men nastreeft. Ook kan men beter wat vaker kleine ingrepen doen dan éénmalig een grote ingreep: zomersnoei remt de groei af terwijl sterke 'voorjaarssnoei' juist hergroei aanwakkert. In algemene zin kan de volgorde van handelingen worden aangehouden als bij het snoeien van een verwaarloosde boom . De daar genoemde wortelsnoei wordt uitgevoerd tijdens het verpotten.

Het behouden van de vorm

Het snoeien met dit oogmerk wordt uitgevoerd zodra de vorm verloren dreigt te gaan. Ook hierbij geldt: liever wat vaker uitstekende scheuten terugnemen dan éénmalig veel te lang geworden twijgen. In principe wordt gesnoeid op een buitenoog, tenzij de nieuwe scheut juist een ruimte boven de te snoeien scheut of twijg moet gaan vullen. Vorige onderwerp Kuipplanten Volgende onderwerp
Planten en tuinwerk Planten en tuinwerk