Fruit: Prunus salicina (Japanse pruim)

Algemeen

De Japanse zelfbestuivende, winterharde bladverliezende boom, die tot 10 meter hoog wordt en bloeit in maart april met witte tot licht roze bloemen gevolgd door gele of gedeeltelijk rode vruchten met een ietwat harige schil en een grote stenige kern, rijpend in juli – september, afhankelijk van het ras. De Forest & Kim Starr, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6186464 - CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1801784 - CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=178511 - GFDL, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=593334 Opkweken Plant de Japanse pruim op een beschutte, zonnige plaats in een goed doorlatende maar vocht vasthoudende bodem. Kruisbestuiving door een ander ras Japanse pruim is wenselijk. Vanwege de vroege bloei is bescherming van de bloemen bij nachtvorst soms noodzakelijk. Vermeerdering door zaaien, stekken en enten. Rassen: ‘Burbank', 'Burgundy', 'Elephant Heart', 'June Blood', 'Fortune', 'Friar', 'Reine-Claude Sanguine de Wismes', 'Santa Rosa', 'Satsuma', 'Shiro', 'Santa Rosa', 'Starking Delicious'

Snoeien:

Japanse pruim heeft de neiging vrij steil te groeien. Daarom is uitbuigen en opbouw in vaasvorm vaak gewenst. Houdt de kruin open en pas zomersnoei toe.

Oogsten

De Japanse pruim wordt geoogst als hij goed gekleurd is en zijn hardheid begint te verliezen. Ze kunnen dan narijpen. Von StMH - Eigenes Werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=17417577

Gebruik

De Japanse pruim wordt (na evt. narijpen) vers gegeten en verwerkt in gebak, salades en desserts.