Snoeien: basisvaardigheden

Hoe knippen?

Terugnemen op een (buiten-)oog (knop)

1. Goed: onderkant snede ongeveer gelijk met onderkant oog 2. Fout: verkeerd schuin geknipt 3. Fout: te lang, stompje sterft in 4. Te schuin: knop droogt uit en sterft af, knop daaronder (binnenoog) zal uitlopen (Uitzondering: blauwe bes en vaak ook de druif wordt met een stompje van 2 cm geknipt om te voorkomen dat het oog uitdroogt en daardoor niet uitloopt)

Plaats van de snede

5. Vlaksnede : zijtak wordt helemaal weggenomen inbegrepen de slapende knoppen (de kroon) op de tak (leg het dunne mes van de papegaaienbek schaar tegen de hoofdtak) 6. Kroonsnede : op ½ - 1 cm van de tak, de kroon blijft en de slapende knoppen zullen uitlopen 7. Het nijpen van de groeipunt, hierdoor komt de lengtegroei tot stilstand, meestal zullen de knoppen in de bladoksels uitlopen, dit worden de “te vroege scheuten” 8. Verjongen : terugnemen op (een naar buiten gerichte) scheut, twijg of tak met een vlaksnede; bij de druif en de blauwe bes een kroonsnede gebruiken om te voorkomen dat de tak waarop wordt verjongd afsterft

Vorige onderwerp snoeien

Volgende onderwerp

snoeien