Gevolgen inkorten verlengenis

De eindknop/groeipunt van een scheut produceert een stofje dat er voor zorgt dat zij-knoppen niet of in ieder geval minder snel uitlopen. Door het wegnemen van de eindknop/groeipunt stopt de productie van dit remmende stofje en worden zij-knoppen niet langer geremd. De mate waarin de scheut/twijg wordt ingekort bepaalt hoe de boom daarop zal reageren. Ook de mate waarin het groeiseizoen is gevorderd is hierbij van belang. Hoe later in het groeiseizoen de verlengenis wordt ingekort hoe korter de groeiperiode van de zijscheuten ofwel hoe zwakker de reactie zal zijn. Terugnemen van scheuten (1) en twijgen (2-5): 1. Alleen groeipunt nijpen: groei stopt, te vroege scheuten/dieven lopen uit vanuit de bladoksels 2. Met max. 1/3: verlenging ≈ weggenomen lengte (middelste tak in onderstaande figuur) 3. Met 1/3 tot 2/3: veel korte zijscheuten, verlenging > weggenomen deel (linker tak in onderstaande figuur) 4. Met 2/3: meeste verlenging 5. Met >2/3: weinig, maar sterke zijscheuten, die vaak langer zijn dan weggenomen deel (rechter tak in onderstaande figuur) Met minder dan 1/3 terugnemen kan worden gebruikt om de harttak en de gesteltakken kort te houden en daarmee de boom klein. Het terugnemen met 1/3 tot 2/3 kan worden gebruikt als tussenstap in de ontwikkeling van vruchthout. De korte zijtakken kunnen zicht ontwikkelen als vruchttwijgen en de nieuwe verlengenis als saptrekker. Meer dan 2/3 terugnemen kan worden gebruikt om groei aan te wakkeren, bijv. het vullen van een open gedeelte in de kruin van de boom. Voorbeeld van het inkorten van takken en opkweken van horizontaal vruchthout, waarbij saptrekkers worden aangehouden.

Vorige onderwerp snoeien

Volgende onderwerp

snoeien